NA HET VERDWIJNEN. Bij foto’s van Griet Van de Velde

  • “We zijn er geweest.”

Herhaaldelijk dringt dit zinnetje zich op bij het bekijken van foto’s van Griet Van de Velde. Het lijkt niet meer dan een boutade, maar het raakt aan de bijna terloopse maar fascinerende manier waarop de foto’s het over de “condition humaine” hebben.

Van de Velde heeft een fijn oog voor restanten van onze doortocht in diverse ‘decors’. Ze registreert namelijk niet zozeer de overblijfselen van onze ‘grote evenementen’, maar – voornamelijk en meer intrigerend – kleinschalige ‘gevonden situaties’, resultaten van onze dagdagelijkse bezigheden: van een nogal unheimlich ogende kleine cottage tot een servet met koffiebekerdeksel op een treintafeltje; van een natte vaatdoek op een aanrecht tot een achtergelaten bal op een basketbalveld; van planten, verloren gezet in hoekjes en kanten, tot gedumpte bagagewagentjes in een vlieghaven…

Zelden of nooit kiest Van de Velde voor het brede theatrale gebaar, maar eerder voor een ‘stille’ theatraliteit in de beelden. In veel foto’s voelt het licht enigszins ‘kil’ aan. Samen met de algehele, gereserveerde benadering van het onderwerp zorgt dit voor een soort (weliswaar zacht) Brechtiaans vervreemdingseffect: het helpt de kunstenar om de toeschouwer een beetje op afstand te houden en zo tot een zekere ‘beschouwing’ te brengen, veeleer dan dat ze hen in een verhaal zou willen betrekken. De pure anekdote wordt overstegen bij het tonen van wat inderdaad vaak aanvoelt als aangetroffen ‘decors’, waar de fotografe niets zelf ensceneert, maar registreert wat zich afspeelt of, vooral, afgespeeld heeft: om die andere Franse term te gebruiken, de “comédie humaine”.

Van de Velde heeft namelijk – en dat blijkt ook uit veel van haar titels – onmiskenbaar oog en gevoel voor het tragikomische van het menselijke bedrijf.

Het tragische zit in de vaak voorkomende indruk van desolaatheid van de onvermijdelijke vergankelijkheid van alles. Ook dit allemaal echter verre van pathetisch gepresenteerd, veeleer ‘en passant’, en vaak met een milde glimlach.

Al duiken mensen zelden op in de foto’s: ze zijn er dus wel (even) geweest, inmiddels zijn ze verdwenen, misschien komen ze nog terug, maar in elk geval zijn er nu enkel hun nagelaten sporen.

De getoonde objecten, situaties en ruimtes krijgen via de aandacht en de blik van de fotografe een ongewone ‘prominentie’, in contrast met de gebruikelijke onachtzaamheid die hen in het dagelijkse leven doorgaans ten deel valt. Onder meer die ‘spanning’ leidt al eens vaker tot een glimlach bij het kijken en helpt mee om de foto’s voor lang in het hoofd van de toeschouwers te nestelen.

In een televisie-interview (Wanderlust, Canvas 04/09/2016) merkt Roger Scruton op een bepaald moment op: “Disappearing is of the essence, of the human condition.” Op een merkwaardig ‘lichte’ maar daarom zeker niet minder beklijvende manier zijn de foto’s van Griet Van de Velde van deze essentie doordrongen. – Martin Desloovere