• Griet Van de Velde, door Sofie Crabbé, voor het kunsttijdschrift H artBelgië, 2016

Een verlaten huis omgeven door bomen. Een oude radiator en een ladder in een verlaten ruimte. Of een constructie dat met een dieprood zeil overtrokken is. De fotografische beelden van Griet Van de Velde (°1975) puilen over van naïviteit en kinderlijke verwondering. In de luwte werkt ze sinds de jaren negentig gestaag aan een beeldenarsenaal waarmee ze pas sinds 2014 naar buiten kwam. “Mijn beelden zijn wat ze zijn. Hoe minder woorden je ervoor kan vinden, hoe beter.”

Onder de noemer ‘Points in Time’ zijn in Casa Argentaurum een dertigtal werken van haar te zien die ze sinds 1998 op verschillende locaties maakte. Het zijn steeds opnames van “onbenullige” objecten die haar pad kruisten, zoals een aftandse ventilator naast een cactus, een leeg notitiebord of een natte vaatdoek op een aluminium gootsteen. Van de Veldes werk is een spel van losse fragmenten, of – om Philippe Van Cauteren te citeren – “getuigenissen van het kleine verval”. Door foto’s van gevonden voorwerpen te maken geeft Van de Velde deze een bijna monumentaal aura. Ze kiest er bewust voor om geen series te maken. “Het maken van reeksen voelt voor mij als een beperking. In tegenstelling tot vele fotografen wil ik geen verhaal vertellen. Ik ga nooit bewust op zoek. Ik vertrek niet vanuit een reflecterende blik op de werkelijkheid. Dat werkt heel bevrijdend!”

Haar eigenzinnige aanpak blijkt ook uit de accrochage. De foto’s zijn geprint op ordinair fotopapier. Een tiental prints zijn op middelgroot formaat en ingekaderd gepresenteerd. Het merendeel is echter als kleine miniatuurprints met nageltjes aan de muur bevestigd. Hierdoor word je als bezoeker verplicht om dichter te gaan kijken. Door het gebruik van nagels maakt ze haar werk bijzonder kwetsbaar. “Ik hou ervan om in situ te werken,” zegt de kunstenaar. “Ik speel graag in op de ruimte.” In Casa Argentaurum creëerde ze alvast een speelse opstelling. – Dit artikel is verschenen in H ART, 12.05.2016